Steeds vaker krijgen we de boodschap dat, als we zo doorgaan, de temperatuur in de loop van deze eeuw zal stijgen met meer dan 2,5 graden ipv de overeen gekomen 1,5 graad in het Parijs akkoord. Sinds ik in Woudenberg woon komt het steeds meer binnen, want deze mooie omgeving werkt in deze tijd als een vergrootglas, je komt er niet meer omheen. De insecten- en vogelsterfte wordt steeds dramatischer, met o.a. toenemende risico’s voor onze voedselvoorziening door bestuivingsproblemen, verlies van natuur en een stikstofcrisis. We worden ons met elkaar meer bewust van deze klimaat- en biodiversiteitscrisis, die nauw met elkaar samenhangen en waarvan we nu ook in Nederland de directe gevolgen ondervinden. Ik wil me in Woudenberg blijvend inzetten voor deze urgente problematiek. Mijn eervolle benoeming door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat tot Klimaatburgemeester voor Woudenberg versterkt mij nog meer in dit streven.
Van de vier duurzaamheidsthema’s energietransitie, circulariteit, klimaatadaptatie en natuur/biodiversiteit, richt ik mij vooral op de laatste twee. Ik wil doorgaan met projecten zoals het project Heuvelrugtuinen met een praktijkdag en een nieuwe cursus voor inheemse en klimaatadaptieve tuinen, met het inzaaien van bijenlinten samen met de gemeente en inwoners, stimuleren van groene daken en mede organiseren van de boomfeestdag voor de scholen. Nieuwe uitdaging is te komen tot meer groen, biodiversiteit en klimaatadaptatie in de woonwijken.
Daarnaast betrekken van het buitengebied voor herstel van natuur en bevorderen van ecologische corridors, en van de scholen met educatie rond bv voedselbosjes en moestuinen. Een wens op langere termijn is om in Woudenberg samen met boeren te komen tot een meer extensieve en natuurinclusieve landbouw en voedseltransitie naar meer plantaardige eiwitten, beter voor de natuur, onze gezondheid en dierenwelzijn. Dit betekent duurzamer en lokaal gaan denken, produceren en consumeren, bv met lokale verkooppunten, een voedselbos en/of een boer-burgercoöperatie.
Ik wil vooral projecten blijven aanjagen en organiseren samen met buurtgenoten, inwoners en de gemeente voor meer groen in buurten en eigen tuin en ontmoetingsplekken zoals gemeenschappelijke (moes)tuinen, speel- of picknicklocaties. Meer groen leidt niet alleen tot een aangenamer en gezonder leefklimaat, mensen voelen zich ook gezonder en hebben aantoonbaar minder stress. En meer bomen en struiken fixeren CO2, vangen water op bij toenemende wateroverlast en geven verkoeling bij toenemende hitte die ons te wachten staat.
Deelname van inwoners bij de inrichting van het openbaar gebied creëert mogelijkheden voor sociale binding en betrokkenheid bij de omgeving en vervolgens ook bij de inrichting van de eigen tuin. Zo blijkt o.a. uit de Rijksoverheidsaanbeveling (Atlas Natuurlijk Kapitaal) dat burgerparticipatie zelfs een noodzakelijke pijler is voor een ‘vitale groene stad’:“Overheden kunnen het niet alleen. Zonder daadwerkelijke betrokkenheid van burgers bij hun wijk zullen groene plannen niet of heel moeilijk realiteit worden… Als zich (daarentegen) een groene traditie in een wijk heeft gevestigd, kan dat ook zijn weerslag hebben op het groener tuinieren van bewoners”. Voor de nieuwe wijk Hoevelaar zijn we hierover in gesprek samen met de gemeente.
Als we het hebben over een ‘groene wijk’ geldt dat dus zeker niet alleen voor de openbare ruimte. Als je echt impact wil hebben betrek je daar ook de particuliere tuinen bij. Pas dan creëer je als ‘stepping stones’ een groter en dus echt zinvol ecosysteem. Na gezamenlijk overleg gaat de gemeente daarom nu samen met de projectontwikkelaar de voorbereiding van nieuwe tuinen in Hoevelaar aanpassen ten voordele van meer groen ipv de gebruikelijke tegels en zóu ze ook de ‘mogelijkheden’ voor sedumdaken, zonnepanelen of laadpalen bij de nieuwe woningen kunnen stimuleren. Dit ‘nudgen’ is een noodzakelijke stap om bewoners te motiveren richting bewustwording en gedragsverandering.
Er gebeurt al veel, zowel door inwoners als de gemeente met toenemende aandacht voor openbaar groen, biodiversiteit en klimaatadaptie zoals bijenlinten en inheemse bomen en struiken, wadi’s, ontkoppelen van regenwaterafvoer en hier en daar waterdoorlatende tegels. Anderzijds staat Woudenberg op plaats 314 van de 345 gemeenten in Nederland als het gaat om de hoeveelheid groen in de bebouwde kom. Dat zegt heel wat over de daadwerkelijke status. Er is dus nog veel te doen en nog nauwelijks aandacht voor klimaatverandering bij nieuwe ontwerpen of structurele aanpassing van wijken zoals de nieuwe wijk Hoevelaar. Deze wijk zou bij uitstek een groene wijk worden maar voldoet naar verwachting (nog) niet aan standaardnormen en aanbevelingen voor natuurinclusieve en duurzame woningbouw en groen in de wijk.
De Rijksoverheid en PBL hielden al in 2006 in de ‘Nota Ruimte’ als richtgetal voor groen 75m2 per woning aan. De vraag is of dat binnen deze wijk het geval is. Natuur en Milieu hanteert dit als een absoluut minimum en pleit voor landelijke regelgeving. De WHO geeft als ‘sterk gewenste richting’ voor het openbaar groen ‘minimaal één hectare aaneengesloten groen’ per wijk aan.
Een belangrijke mijlpaal is wel dat de gemeente het provinciale ‘Convenant Duurzame Woningbouw’ heeft ondertekend, waarin belangrijke aanknopingspunten om duurzaamheidsambities in de woningbouw te integreren. Bij nieuwe en bestaande gebouwen betekent dit o.a. 30% schaduw op buurtniveau, koele schaduwrijke verblijfsplekken en minimaal 30% groen. In het bestemmingsplan Hoevelaar fase 2 is daarentegen uitgegaan van 15 % groen.
De omliggende openbare ruimte van gebouwen dient ‘gericht te zijn op … het creëren van geschikte habitats voor soorten en een netwerk van ecosystemen, klimaatadaptief vermogen door opname van stikstof, tegengaan van hittestress en ruimte voor groen ipv parkeerplaatsen’, aldus het Convenant.
In deze ‘Nationale Klimaatweek’ ga ik vooral met mijn omgeving en via sociale media het gesprek aan ter inspiratie voor onze inzet tegen klimaatverandering. Ondanks dat overheid en bedrijfsleven een grote taak hierin hebben is ons aller individuele en gezamenlijke inzet als particulieren cruciaal. Niet alleen deze week maar het hele komende jaar blijf ik me hiervoor inzetten. Zo krijgen we geleidelijk ook een ‘omdenken’ naar een meer ecologische dan economisch georiënteerde omgeving en maatschappij, met respect voor en behoud van onze planeet.
Een ingekorte versie van dit artikel is verschenen in De Woudenberger van 1 oktober 2022